Vertaal
Vertalingen jemand etwas zuschicken DE>NL
jemand etwas zuschicken (ww.) doen toekomen (ww.) ; opsturen (ww.) ; overmaken (ww.) ; toezenden (ww.) ; zenden (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `jemand etwas zuschicken`
Voorbeeldzinnen laden....